Het carpal tunnel syndroom is een zeer frequente aandoening van de hand en de pols.
De symptomen beginnen op het moment dat de nervus medianus, één van de belangrijke zenuwen van de hand, gekneld raakt in de carpale tunnel in de hand. Dit soort aandoening wordt een zenuw entrapment genoemd. Iedere aandoening die de grootte van de carpale tunnel in de hand doet afnemen kan dus de oorzaak zijn van een carpal tunnel syndroom.
Deze aandoening kwam de laatste jaren meer in de kijker te staan omdat ze gelinkt werd aan het veelvoudig en langdurig werken op de computer, het is echter duidelijk dat ze met vele andere activiteiten net zo zeer verbonden is!
De anatomie
De carpal tunnel is inderdaad een echte
tunnel die de voorarm via de pols met de
hand verbindt,de bedding wordt gevormd
door de polsbeenderen, het dak door het
ligamentum carpi transversum, een zeer
stevige gewrichtsband die van de ene zijde
naar de andere zijde van de pols verloopt.
Dit geheel vormt de carpal tunnel.
De nervus medianus passeert dus door deze tunnel, hij staat in voor de gevoelsensatie van de duim, wijsvinger, de middenvinger en een deel van de ringvinger. Er is eveneens een takje van deze zenuw die naar de duimmuis verloopt en daar zorgt dat de duim naar de pink kan gebracht worden.
Ook de buigpezen passeren net als de zenuw deze tunnel. De zenuw ligt eigenlijk bovenop het pakket van de pezen en ligt dan ook zeer oppervlakkig. Alle pezen zijn omgeven door een soort slijmvlies, de tenosynovia. Afwijkingen (ontstekingen) van deze synovia kunnen ook een invloed uitoefenen op de zenuw functie.
De oorzaken
Twee grote factoren kunnen verantwoordelijk zijn voor een carpal tunnel syndroom :
- Ofwel wordt de inhoud van de tunnel groter: een ernstig trauma of een breuk van de pols kan leiden tot een duidelijke zwelling van de structuren in en rond de de tunnel.
- Anderzijds kan een breuk van de pols er ook toe leiden dat de tunnel zelf verkleind wordt: een stuk bot kan zodanig verschuiven dat de tunnel een andere, kleinere vorm krijgt.
Iedere aandoening die een abnormale druk veroorzaakt in de tunnel kan dus leiden tot een carpal tunnel syndroom, zwelling van de pezen of van de synovia (ontstekingen, rheuma) zijn ook een frequente oorzaak.
De tunnel kan niet uitzetten, iedere toename van de druk in de tunnel zal automatisch leiden tot een verhoogde druk op de zwakste schakel in het geheel, namelijk de nervus medianus.
Vochtopstapeling, zoals bij zwangerschappen kan voorkomen, kunnen eveneens een oorzaak zijn.
Schildklierafwijkingen (te lage werking) kunnen maken dat patiënten gevoeliger worden om een carpal tunnel syndroom te krijgen.
Er zijn ook een aantal risico factoren bij mensen die handenarbeid of andere activiteiten uitvoeren :
- Veel kracht zetten
- Veel in dezelfde stand met de pols werken
- Een abnormale of overdreven buig of overstrek stand van de pols
- Heel veel dezelfde beweging uitvoeren
- Temperatuur
- Trillingen
Een van deze factoren alleen kan niet een CTS (carpal tunnel syndroom) veroorzaken,het is steeds een combinatie van een aantal risico factoren dat verantwoordelijk is.
Een aantal studies hebben ook aangetoond dat roken, obesitas en overmatige caffeine inname belangrijke factoren kunnen zijn die aanleiding kunnen geven tot een grotere gevoeligheid om een CTS te ontwikkelen.
Door de toenemende en constante druk op de zenuw gaat de bloedtoevoer naar de zenuw verminderen, op termijn kan hierdoor littekenweefsel ontstaan. In het begin kan het letsel volledig hersteld worden, bij langer durende druk op de zenuw is het echter mogelijk dat de zenuw desdanig is beschadigd dat het letsel onherstelbaar wordt.
Wat zijn de symptomen?
Een van de eerste symptomen van een carpal tunnel syndroom is een geleidelijk toenemend vermoeid gevoel gecombineerd met tintelingen in het gebied dat door de medianus wordt verzorgd. Vaak wordt dat gevolgd door een doffe, diepe pijn in de hand en de vingers. Zeer typisch is de nachtelijke pijn en het gevoel dat de hand slaapt, voornamelijk in de nachtelijke uren na een paar uur slaap. Afwassen in warm water kan de klachten ook doen toenemen.
Soms is het ook mogelijk dat de pijn uitstraalt naar boven toe, naar de elleboog en zelfs naar de schouder toe.
Op langere termijn worden ook de spieren van de duim aangetast, ze worden zwakker en het spiervolume van de duim neemt af, dit heet spier atrofie. Dan wordt het al moeilijk om een naald of een glas water op te heffen, soms laat men het gewoon vallen omdat het gevoel en de kracht zo sterk zijn afgenomen.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Alles begint met een grondig klinisch onderzoek van uw hand en een uitgebreid gesprek met aandacht voor uw symptomen,eventuele behandelingen die u al hebt gehad, etc…
Meestal wordt een electromyografie uitgevoerd waarbij dmv kleine prikjes de werking van de spieren die door deze zenuw worden verzorgd kan getest worden, hieruit kan dan worden afgeleid of de desbetreffende zenuw is aangetast.
In die gevallen waarbij het CTS is ontstaan na een fractuur kan een bijkomende röntgen opname of eventueel een CT scan aangewezen zijn.
De behandeling
DE NIET OPERATIEVE BEHANDELING
De activiteiten die verantwoordelijk zijn voor uw CTS moeten aangepast of mogelijk gestopt worden. Vermijd repititieve bewegingen van de hand en de pols, overdreven veel kracht zetten op de hand en pols, en extreme posities van de pols. Probeer te stoppen met roken en vermijd overmatige caffeine gebruik.
In de vroegtijdige stadia van het CTS kan een pols brace enige verbetering van de klachten geven. De brace houdt de pols namelijk in een rustpositie, extreme buig en strekbewegingen zijn niet mogelijk. In deze stand is het pols kanaal ook het grootst, dit geeft een zo comfortabel mogelijke ruimte aan de zenuw. Voornamelijk ’s nachts is er een duidelijke afname van de pijn, de brace verhindert dat uw pols in een abnormale stand tijdens de slaap wordt gehouden.
Ontstekingsremmende medicatie kan helpen om de zwelling weg te nemen, wat dan ook een vermindering van de symptomen kan geven.
Indien deze eerste stappen niet helpen om uw symptomen van CTS te verminderen kan een Cortisone injectie worden gegegeven in de carpal tunnel. Cortisone is een zeer sterk ontstekingsremmend product dat de zwelling in de tunnel kan doen verminderen en een, tijdelijke, afname van de klachten geeft.
DE CHIRURGISCHE BEHANDELING
Op het moment dat alle pogingen om u van uw klachten af te helpen,falen,is het zinvol om een kleine chirurgische ingreep uit te laten voeren en de druk op uw zenuw weg te nemen. Door de druk op de zenuw weg te nemen kan men spreken van een bijna ogenblikkelijk herstel en vallen de pijnklachten bijna direct weg. Voorwaarde is dan wel dat het letsel niet al te langdurig bestaan heeft en er geen onherroepelijke schade is aan de zenuw.
De ingreep gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving,slechts met een goede reden zal algehele narcose gegeven worden.
De revalidatie
De endoscopische techniek heeft het voordeel dat revalidatie vlotter verloopt,de fascia en de huid in de hand zijn niet aangetast en dus niet gevoelig bij aanraken. Er wordt voor één week een onderarmgips aangelegd, het is ondertussen wel toegestaan om uw vingers te bewegen en te gebruiken, zij het zonder veel kracht te zetten!
Het is echter wel van belang om zo snel mogelijk met de vingers te bewegen om te vermijden dat deze zouden stijf worden !
Daarna wordt na het verwijderen van het gips gestart met fysiotherapie.
Eerst wordt er behandeld om de pijn en de zwelling weg te nemen, een zachte massage rond de operatie regio helpt om verklevingen te voorkomen en verhindert littekenweefsel vorming.
Specifieke oefeningen worden daarna gegeven om uw buigpezen soepel te laten bewegen in de carpale tunnel.
Daarna zal de fysiotherapeut u ook begeleiden om de dagelijkse activiteiten op een dusdanige manier uit te voeren dat ze geen belasting meer vormen voor de carpale tunnel en zijn inhoud.
Het is niet handig om de eerste zes weken echt veel kracht te zetten met de hand.